Afbeelding
Foto: FLEYEVISION.COM

Texel Airport een bruisende plek | Deel 3 Paracentrum Texel en Tessel Air geven vliegveld kleur

Algemeen TexelTips

Texel Airport is een bruisende plek waar vliegtuigen opstijgen en landen, parachute wordt gesprongen, er is een restaurant met een fraai terras, het Luchtvaart- en Oorlogsmuseum '40-'45, een vliegtuigonderhoudsbedrijf, een zweefvliegclub en eens in de drie jaar een grote vliegshow. Samen met een instructeur vanaf drie kilometer hoogte aan een parachute naar beneden springen: het is een belevenis die ieder jaar populairder wordt. Bijna 7.000 mannen en vrouwen, jong en oud, waagden zich in 2018 aan een tandemsprong. Tel daar de 23.000 solo-springers bij op en de 9.000 passagiers die een rondvlucht boekten en het moge duidelijk zijn dat Paracentrum Texel en Tessel Air het meer dan gewoon druk hebben.

"Al jaren achter elkaar breken we onze eigen records. We doen dat met alleen vier- en zespersoonsvliegtuigen. Dus we maken aardig wat vluchten", vertelt Jan Boyen Rienks. Samen met zijn broer Jasper is hij eigenaar van de twee zusterbedrijven die het Texelse vliegveld kleur geven. Paracentrum Texel en Tessel Air werden een halve eeuw geleden opgericht door hun vader Bob, die in februari 2018 overleed. "We houden zijn filosofie levend: een plek zijn waar klanten én medewerkers heel veel plezier beleven."

Paracentrum Texel en Tessel Air zijn echte seizoensbedrijven. Van eind april tot en met de herfstvakantie bruist het op het vliegveld van de activiteiten en is het een komen en gaan van vliegtuigjes die parachutisten droppen en rondvluchten verzorgen. "In de zomer werken er alleen al vijfendertig piloten voor ons. Behalve op Texel hebben we vestigingen in Zeeland en op Ameland en samen met anderen ook in Noorwegen en op de Canarische Eilanden." Met het vinden van personeel hebben ze over het algemeen weinig moeite. "Seizoenskrachten bieden zich meer aan dan ooit. We bieden dan ook leuk en aantrekkelijk werk. Maar gecertificeerde vliegers zijn juist moeilijker te krijgen dan ooit. Toevallig ben ik nu (dit gesprek vindt in december plaats, red.) bezig met een Zuid-Afrikaanse piloot. Hij heeft een Iers paspoort en een commercieel vliegbrevet, dus hij zou zo voor ons aan de gang kunnen. We hopen heel erg dat het lukt."

Jasper vult aan: "Een piloot moet wel een beetje bij ons passen. 's Zomers is het heel hard werken. We zijn gebonden aan een wettelijk maximumaantal uren dat je mag vliegen en daar zitten we dicht tegenaan. Bovendien moet een vlieger bij ons veel zelf regelen. Ook zelf tanken, bijvoorbeeld. In de grote luchtvaart heb je daar een assistent voor."

Ook zelf hebben de broers geen standaardbaan. Jan Boyen: "We gaan 's ochtends om half acht open. 's Nachts is het soms twee uur als we naar bed kunnen. Het zijn lange dagen. Vooral de sporttak, met de parachutisten, is arbeidsintensief." In de winter wordt er niet of nauwelijks gevlogen. Dat wil niet zeggen dat er dan niets te doen is. Alleen al het onderhoud van hun negen vliegtuigen vraagt een hoop tijd. "Een klein vliegtuig moet na iedere vijftig uur vliegen in onderhoud, een grotere na honderd uur. Gemiddeld vliegen ze zo'n vierhonderd uur per jaar, dus gaan ze in die periode acht keer in onderhoud. Het is een heel gepuzzel om dat goed te plannen. Voor grotere klussen gaan we soms naar vliegveld Teuge, maar tachtig procent gebeurt hier op Texel. We zijn er heel blij mee dat dat kan."

Ze hebben de taken aardig verdeeld. Jan Boyen: "Jasper stuurt het vliegbedrijf aan, doet de administratie en traint de vliegers en instructeurs. Ik onderhoud de contacten tussen onze verschillende locaties, doe de marketing en regel de vergunningen. En verder ben ik een soort vliegende keep. Ik vlieg zelf als dat nodig is, maar ik leeg ook de vuilnisbakken. Ja, het is best druk."

Toch vinden ze de zomer de allerleukste periode van het jaar. Jan Boyen: "Je bent voortdurend bezig en wordt dan helemaal leeggetrokken. Maar je weet ook dat er een einde aan komt. En dat de winter er is om nieuwe energie op te doen en plannen voor volgend seizoen te maken."  Zo houden ze tests met een nieuw soort propeller, die vliegtuigen een stuk geluidsarmer moet maken. Jasper: "Dat zou een verbetering zijn voor de omgeving. Op Texel liggen de natuur en het toerisme nu eenmaal dicht bij elkaar." Ook houden ze nauwlettend de ontwikkelingen rond elektrisch vliegen in de gaten. Jan Boyen: "Overschakelen is nog niet aan de orde." Grijnzend: "Maar als het zover is,  dan willen we graag de eersten zijn."

Van onze partners